Aan de Meervelderweg in Uddel is begin 2011 een crisisopvang voor 28 bewoners opgeleverd in de vorm van drie vrijstaande gebouwen. Deze gebouwen zijn in de plaats gekomen van één groot hoofdgebouw met enkele uitbouwen. Dit gebouw voldeed niet meer aan de hedendaagse eisen en was bovendien te klein voor de groeiende vraag naar tijdelijke opvang.
daken met littekens
Stedenbouwkundig concept
De directe omgeving bestaat vooral uit agrarische bedrijven met bijbehorende bebouwing. Veelal een verscheidenheid aan boerderijen en schuren, van diverse groottes en materialen. De richting van de boerderij, met hierin de woonfuncties, is gerelateerd aan de er naast gelegen straat. Het woonhuis vormt met de achterliggende schuren het erf. Dit is het concept voor de nieuwbouw. De nieuwe gebouwen nemen elk hun eigen richting aan, bepaald door de omgeving.
Het architectonische uitgangspunt is de typologie van de grote schuren. Gekenmerkt door een massale, doch eenvoudig kap, en een houten basis van één bouwlaag. Om niet te vervallen in een kopie van de bestaande schuren is bewust gezocht naar een moderne variant die zich voegt naar het landschap.
Door moeilijke thuissituaties kunnen de bewoners thuis niet meer terecht. Dit is van grote invloed op hen en zal bepaalde ’littekens’ achterlaten. Deze ’littekens’ zijn de metafoor voor de grote snedes die in het grote dakvlak van de schuur zijn aangebracht. Deze snedes zorgen voor de lichttoevoer in het gebouw. Het paradoxale aan deze metafoor is dat deze ’littekens’ juist voor de ’verlichting’ in de vorm van crisisopvang zorgen.
De onderbouw en de kopgevels bestaan uit een moderne invulling van hout en glas. Samen met het grote dak van gemêleerde natuurleisteen krijgt het geheel een natuurlijke uitstraling en voegt het zich op een natuurlijke wijze naar zijn omgeving.
informatie
locatie: Uddel
opdrachtgever: JP van den Bent Stichting
Aan de Meervelderweg in Uddel is begin 2011 een crisisopvang voor 28 bewoners opgeleverd in de vorm van drie vrijstaande gebouwen. Deze gebouwen zijn in de plaats gekomen van één groot hoofdgebouw met enkele uitbouwen. Dit gebouw voldeed niet meer aan de hedendaagse eisen en was bovendien te klein voor de groeiende vraag naar tijdelijke opvang.
Stedenbouwkundig concept
De directe omgeving bestaat vooral uit agrarische bedrijven met bijbehorende bebouwing. Veelal een verscheidenheid aan boerderijen en schuren, van diverse groottes en materialen. De richting van de boerderij, met hierin de woonfuncties, is gerelateerd aan de er naast gelegen straat. Het woonhuis vormt met de achterliggende schuren het erf. Dit is het concept voor de nieuwbouw. De nieuwe gebouwen nemen elk hun eigen richting aan, bepaald door de omgeving.
Het architectonische uitgangspunt is de typologie van de grote schuren. Gekenmerkt door een massale, doch eenvoudig kap, en een houten basis van één bouwlaag. Om niet te vervallen in een kopie van de bestaande schuren is bewust gezocht naar een moderne variant die zich voegt naar het landschap.
Door moeilijke thuissituaties kunnen de bewoners thuis niet meer terecht. Dit is van grote invloed op hen en zal bepaalde ’littekens’ achterlaten. Deze ’littekens’ zijn de metafoor voor de grote snedes die in het grote dakvlak van de schuur zijn aangebracht. Deze snedes zorgen voor de lichttoevoer in het gebouw. Het paradoxale aan deze metafoor is dat deze ’littekens’ juist voor de ’verlichting’ in de vorm van crisisopvang zorgen.
De onderbouw en de kopgevels bestaan uit een moderne invulling van hout en glas. Samen met het grote dak van gemêleerde natuurleisteen krijgt het geheel een natuurlijke uitstraling en voegt het zich op een natuurlijke wijze naar zijn omgeving.
volgende project